Verbindingswoorden: cement voor je tekst. Of olie. 

Als je een samenhangende tekst schrijft, dan gebruik je verbindingswoorden. Met verbindingswoorden plak je je tekst aan elkaar. Zoals cement bij stenen: samen vormen ze een muur. Zoals olie bij bewegende delen: verbindingswoorden zorgen voor een soepel lopende tekst. Lees mee welke verbindingswoorden er zijn en hoe je ze gebruikt.

Kijk even mee met dit voorbeeld: 

  • Het is mooi weer. Ik ga naar buiten. Ik ben blij. De tulpen staan in bloei. 
  • Omdat het mooi weer is, ga ik naar buiten. Ik ben blij, want de tulpen staan in bloei.  

De eerste zinnen zijn fragmentarisch. De zinnen daaronder vertellen een verhaal, omdat er samenhang is tussen de zinnen. En dat is precies wat verbindingswoorden of signaalwoorden doen: ze zorgen voor samenhang. Dat kan op verschillende niveaus:

Welke verbanden zijn er in een tekst? En welke verbindingswoorden horen daarbij?

In een tekst zijn allerlei verbanden binnen een zin en tussen zinnen en alinea's. Hieronder geef ik mogelijke verbanden aan. 

  • Reden: omdat, daarom, namelijk, want, vanwege
    • Ik ga naar buiten, want het is mooi weer. 
  • Oorzaak: daardoor, doordat, omdat, de oorzaak hiervan is
    • Doordat de klei nat is, zijn mijn schoenen vies
poten in de klei

 

  • Gevolg: dus, daaruit volgt, hieruit volgt
    • Dus moet ik mijn schoenen schoonmaken.
  • Opsomming: ten eerste, ten tweede, hierna, vervolgens, ook, verder
    • Ten eerste zijn tulpen echte voorjaarsbloemen. Ten tweede zijn ze een bekend Nederlands exportproduct.
  • Tegenstelling: echter, maar, enerzijds, anderzijds, toch
    • Tulpen komen oorspronkelijk niet uit Nederland, maar uit Turkije. 
  • Vergelijking: net zoals, net als, in vergelijking met, eveneens, op dezelfde manier
    • Tulpen zijn er in allerlei kleuren, net zoals rozen. 
  • Voorbeeld: bijvoorbeeld, zoals
    • Er zijn veel tulpensoorten, zoals Moonblush, Leda en Inzell.  
  • Samenvatting: kortom, samenvattend
    • Kortom, de tulp kent vele rassen.
Verbindingswoorden - kortom, de tulp kent vele rassen

 

  • Doel: om te, door te, daarmee, waarmee, met de bedoeling
    • Je plant tulpenbollen in het najaar met de bedoeling dat in de lente je tuin prachtig kleurt. 
  • Tijd: daarna, dadelijk, eerst, intussen, nadat, ondertussen, toen, tot nu toe, vervolgens
    • Dadelijk staan alle tulpenvelden in bloei.
  • Omschrijving: met andere woorden, anders gezegd
    • Met andere woorden: straks kleuren veel Flevolandse akkers rood, roze of geel.
  • Voorwaarde: als, indien, mits, tenzij, wanneer
    • Tulpen bloeien in het voorjaar, als zij in het najaar geplant zijn. 

Alsjeblieft. Van mij voor jou, een cadeautje: informatie over verbindingswoorden. Alsof ik je een bosje tulpen geef ;-)

Verbindingswoorden - voor jou